4.1 Informatie

12-11-2016 00:00

Dag allemaal,

De eerste paragraaf van hfdst 4. We beginnen deze paragraaf met het kijken naar manieren waarop je onderzoek kan doen. Daarnaast leer je wat steekproeven en tellingen zijn en wanneer je deze gaat toepassen.

 

Leerdoelen

  1. Je weet waar het CBS voor staat en wat ze doen.
  2. Je weet het verschil tussen een telling en een steekproef
  3. Je weet wanneer je voor een telling of een steekproef kiest
  4. Je weet wanneer een onderzoek representatief is.

 

Belangrijk; hieronder vind je een diagnostische opgave. Deze MOET je gemaakt hebben voor je de les in komt, dit is een controlemiddel voor mij om te controleren of je de lesstof doorgenomen en begrepen hebt.

Diagnostische opgave


a. Welk van de vragen hieronder zou je onderzoeken met een telling en welke met een steekproef?
  1. Hoeveel mensen in Utrecht lezen nog de krant?
  2. Hoeveel leerlingen op de Passie komen op de fiets naar school?
  3. Hoeveel mensen in Nederland zijn ouder dan 65?
  4. Hoeveel M&M's zitten er gemiddeld in een voordeelpak blauwe M&M's van de AH?

b. Welk van de steekproeven hierboven zijn representatief?

Terug

Doorzoek de website

© 2014 Alle rechten voorbehouden.