3.2 Machten

Dag allemaal,

In de tweede parragraaf gaan we het hebben over machten. Je leert wacht machten zijn, wat je ermee kan en hoe je ermee moet rekenen

Leerdoelen

1. Je weet een macht is.
2. Je kan machten uitrekenen met je rekenmachine.
3. Je kent de rekenregels uit je hoofd.

Belangrijk; hieronder vind je een diagnostische opgave. Deze MOET je gemaakt hebben voor je de les in komt, dit is een controlemiddel voor mij om te controleren of je de lesstof doorgenomen en begrepen hebt.

Diagnostische opgave

1. Mike heeft €2,50- in zijn spaarpot. Elk jaar verdubbelen zijn ouders dit bedrag.    

                            a. Hoeveel geld heeft Mike na 5 jaar?

                            b. Mike is nu 15 jaar. Hoeveel geld zit er in zijn spaarpot als hij 37 jaar is?